Boekie

Het leerkrachtenkabinet van het Ministerie van Hysterie draait op volle toeren. Laat me beginnen met een paar op het eerste zicht nietszeggende anekdotes. Omstreeks mijn 5de levensjaar werd ik door mijn zus omgedoopt tot Boekie. Sindsdien is dat al ongeveer 25 jaar mijn geuzennaam. Matilda van Roald Dahl was (en is dat stiekem nog steeds) mijn grote voorbeeld, dat kleine meisje met haar onstilbare leesdrang is jarenlang mijn alter ego geweest. Met de jaren moest ik van de dorpsbibliotheek, waar mijn mama me steevast elke dinsdag naartoe sleepte, overschakelen naar de stadsbibliotheek, op zoek naar nieuw onontgonnen leesgebied. Op ietwat oudere leeftijd, maar nog steeds te jong, betrapte vader Buelinckx me op het lezen van een héél vies boekske van Louis Paul Boon, dat me van pagina 1 (verder raakte ik ook niet) rode oortjes bezorgde maar ook totaal verweesd achterliet: ik snapte er de, mja, ballen van. In het middelbaar vond ik niets interessanter dan klassiekers te lezen, met Kundera’s De ondraaglijke lichtheid van het bestaan als hoogtepunt. Allicht had ik het met mijn romantische ziel nooit mogen lezen, maar tja, dat kon ik als melodramatische pseudo-elitaire tienerboekenwurm toen nog niet voorspellen.

giphy (5)

Soit, het moge duidelijk zijn: ik ben een leesbeest en dat leesplezier is me duidelijk met de paplepel ingegoten. Lezende ouders, broer en zus; voorlezende ouders; verhalenverzinnende vader. Het lijkt haast een luxe die niet iedereen is gegund, zoveel is duidelijk. Van Urbanus en Kiekeboe tot Hugo Claus en Jan Wolkers, mijn leesplezier heeft me nooit weerhouden om alle soorten literatuur tot mij te nemen. Daar hadden mijn niet altijd even inspirerende leerkrachten behoorlijk weinig mee te maken, als ik eerlijk ben. U hoort me aankomen, ik wil me mengen in het debat dat ontstond naar aanleiding van de bedroevende resultaten van de internationale PIRLS-studie. Om eerlijk te zijn, het gebakkelei over ons falend onderwijs komt me de laatste weken danig de strot uit. Over zo goed als elk onderzoek zegt onderwijskundige a volmondig ja en beroept zich daarbij op studie x, onderwijskundige b zegt volmondig nee en beroept zich op studie y. En gelukkig zijn er verscheidene verbindende meningen van deze of gene en verscheidene opiniestukken van mensen in het veld die ons de verlichting van de nuance schenken.

Ik beken. De lees- en schrijfkwaliteit van mijn leerlingen is niet om over naar huis, euhm ja, te schrijven. Het leesplezier, voor het gros van de 16-jarigen per definitie een contradictio in terminis, is bij de meesten onbestaand. Een tekst afgeven die werd nagelezen en bijgeschaafd is nauwelijks nog van deze tijd. Ik word er uiteraard regelmatig hysterisch van. Het is natuurlijk niet alleen kommer en kwel, de vlotte pennen en lustige lezers zijn misschien een minderheid op het eerste zicht, maar ik koester hen. De anderen geef ik al jaar en dag extra duwtjes in de rug, ik koester hen natuurlijk ook. Ik zei het eerder al, zo heel soms ben ik een fundamentalistische voorvechter van het onderwijs en in de klas zelf ben ik een radicale leesprediker, met de wereldbibliotheek als mijn heilig schrift. Dat ik door enkele wrede pubers als nerd of seut word uitgejouwd neem ik er graag bij. Ook dat is een geuzennaam in deze tijden van krampachtig hip te willen zijn, maak ik mezelf dan wijs.

Ik breng artikels mee uit de krant, waar we soms wel een lesuur lang op zwoegen. Volgens mijn pubertjes zijn mijn teksten “te chaud” (i.e. te moeilijk in Vilvoordse jongerentaal), maar ik daag hen graag uit als het nog even mag. Mijn toetsen begrijpend lezen worden naar ’t schijnt een beetje gevreesd, want ze weten dat ze moeite moeten doen. Ik lees met hen columns van Fikry El Azzouzi, Sammy Mahdi, Griet Op De Beeck en de onnavolgbare Bernard Dewulf – waar sommige leerlingen zichtbaar ontroerd door geraken en ik bijgevolg ook. Er hangt een gezellige boekenplank in mijn lokaal, naast mijn lievelingsgedicht en de knutselwerkjes van leerlingen over hun favoriete leesplek, zoals een wc-rol met een foto van de betreffende leerling op de pot. Heerlijk. Ik organiseer af en toe een leesuur in plaats van een lesuur en als ik een twintigtal stilzwijgende kinderen in mijn lokaal heb zitten die zich verdiepen in een roman ben ik voor even dolgelukkig. Voor bepaalde opdrachten lezen ze per twee en maken ze een blog in plaats van een ouderwets leesverslag. Vorig jaar nog maakte ik mijn studenten warm voor Lezen For Life en zamelden die lieverds maar liefst €780 in door leesflashmobs te houden. De stoere zesdejaars die me komt vertellen dat hij voor het eerst een dik boek heeft uitgelezen, en dan nog graag, doet me haast huilen van geluk. Ik ben en blijf een emojuf. En ik probeer echt keihard.

Met wat ik in de krant lees, weet ik niet of een leeslijst nu nog oké is of niet. Wel, ik ben eigenlijk tevreden over die van mij. Ik stelde ‘m zelf samen en hij is toegankelijk. Mijn lijst bevat een mix van klassiekers en modernen, van Nederlandstalige en vertaalde literatuur, en de leerlingen mogen ‘m zelf aanvullen naar wens. Met uitzondering van jeugdboeken en flauwe chicklit of huisvrouwenporno, en zelfs dan nog. Slechts één literatuuropdracht verplicht hen tot het lezen van een Nederlandstalige klassieker, omdat dat verdomme óók nog mag! Ik zeg dus resoluut neen tegen de verkleutering, maar ook neen tegen een al te elitaire visie op onderwijs. Kan het niet gewoon een beetje allebei? Of is dat mijn naïef idealisme dat spreekt?

De polariserende opinies en de online commentaren die daar bij horen maken me helaas wel moedeloos, boos en triest tegelijkertijd. Het besef overvalt me dat ik dan blijkbaar toch naïef idealistisch ben. Het onderwijs draagt heus niet alle verantwoordelijkheid.

Lezen is leren is leven. Ik denk dat ik zonet weer een Bond Zonder Naam-spreuk verzon. In januari hang ik ze alvast op in mijn lokaal. Daarna laat ik mijn leerlingen de artikels lezen over deze materie en vraag ik hen in een klasgesprek naar hun eigen ervaringen. Ze mogen er meteen een leesautobiografie over schrijven. Ja, ik ben me ervan bewust dat ik me daar opnieuw niet populair mee maak, maar ik heb een reputatie hoog te houden.

tumblr_mds0wduxGf1rrnekqo1_500

Het is uiteraard meer dan die reputatie. Dagelijks moet ik adolescenten onderwijzen, uitdagen, stimuleren, entertainen, opvoeden, evalueren, laten evolueren, voorbereiden en plezieren. Als het dus even kan:

  • graag meer respect voor mijn collega’s, ikzelf en ons nobel beroep
  • graag minder gezever en gedoe
  • graag meer middelen, geld en tijd investeren in ons onderwijs

Alvast bedankt. Dan rest me nu nog de keuze: verder schrijfexamens verbeteren of wat lezen in de nieuwe roman die ik net nog kocht omdat ik het niet kon laten?

(Of in de zetel ploffen en naar Ons eerste huis kijken, dat kan ook. Wie zei hier iets van elitarisme?)

18 reacties

  1. Wim

    Alweer een fantastisch artikel. Ben wel benieuwd naar je boekenlijst. Niet dat ik er direct mee ga starten (even andere prioriteiten), maar dat spaart mij de moeite om er (als lees-leek) zelf eentje samen te stellen. Geen idee waar te beginnen.
    Keep on the fantastic blog-work (als het even Engels mag zijn).

    Geliked door 1 persoon

  2. Lien

    Een fijn artikel 🙂 Ik las net (spoiler: ik lees ook!) het boek Quiet van Susan Cain en kan me niet van de indruk ontdoen dat lezen / niet lezen ook te maken heeft met het ‘Extraverte Ideaal’ van onze maatschappij, waardoor je als lezer vaak meteen ook als ‘seut’ word bestempeld.
    In elk geval fijn dat je het lezen zo aanmoedigt, al was ik zelf geen boekenlijstlezer (principieel) 😉

    Geliked door 1 persoon

  3. Kristien Thys

    mooie tekst maar klassieke verzuchtingen.

    Leeslijstjes zijn mijn inziens het comfort van de leraar en zelden motiverend voor leerlingen omdat de vrijheid weg is. Opmerkelijk dat weinig leraren de website http://www.lezenvoordelijst.nl kennen en aanbrengen bij leerlingen. Wij, Vlamingen, kunnen hiervan leren. Differentiëren op leeftijd, op leesniveau, op graag of minder graag lezen en op begrijpend lezen. Geen paniek: ook Boon en Brusselmans staan er in. Mijn zoon en ik vonden langs deze weg “Allemaal willen we de hemel” van Els Beerten, een boek dat hij besprak in het derde middelbaar. In het vierde las hij “De Alchemist” van Paul Coelho omdat hij zijn ma om een dun boekje vroeg en ik het voor zijn brein nuttig vond. Ik was fier op zijn boekbespreking en ik hoop dat hij het binnen een paar jaar opnieuw leest. In het vijfde waren het weer opgelegde lijstjes en nog erger een verplichte aankoop van 6 boeken die nu op “Dossier K” na ongelezen in de kast staan… Hoe moet je dan motiveren?
    Waarom ook niet andere zintuigen prikkelen: verfilmingen , stripverhalen of luisterboeken. Mijn kinderen ontdekken elke autoreis een nieuw boek. Het laatste was” De kinderkaravaan”, jeugdsentiment. Voor korte trippen doen de cd’s van Het Geluidshuis dienst, of een conference van Toon Hermans.
    Schrijven en lezen is net als fietsen: hoe meer je het doen, hoe beter het gaat. Opstellen, verhandelingen, noten, boekbesprekingen en voordrachten, voorlezen… Waarom behoort een verhandeling over een opgelegd onderwerp binnen een tijdspanne van 2 uur niet meer tot het examen Nederlands vanaf het vierde middelbaar? Mijn zoon studeert straks af en weet niet eens wat een verhandeling is.

    Een boekenwurm die mama is van 2 dysorthograven (en neen dat zijn geen dyslectici) 12 jaar en 17 jaar

    Geliked door 1 persoon

    1. laurabuelinckx

      Dag Kristien, bedankt voor je interessante reactie. Het toeval wil dat ik mijn leerlingen elk schooljaar laat kennismaken met lezenvoordelijst.be, waardoor ze dus met hun vondst daar mijn dynamische en vrijblijvende leeslijst mogen aanvullen. Verder vind ik het ook jammer leerlingen verplichten tot een aankoop van een of meerdere boeken. In mijn zesde laat ik nu Cécile van Ish “huren” (zoals een handboek) en de leerlingen zijn daar laaiend enthousiast over. De rest is uiteraard wel weer vrijblijvend te kiezen, op een canoniek werk na.
      Mijn schrijfexamen is het schrijven van een vaste structuur (lezersbrief, klachtenbrief, column …) binnen twee lesuren. Een verhandeling staat inderdaad niet meer in de planning, maar dat doen ze al vakoverschrijdend. Stof tot nadenken in elk geval!
      Ik wilde net aantonen met mijn blog dat ik graag het beste van twee werelden wil combineren in mijn lespraktijk. Graphic novels en luisterboeken zijn dus zeker een interessante aanvulling. Groetjes, ook aan de twee pubers, hopelijk genieten zij fijn (lees)onderwijs!

      Like

  4. heleenp

    Dag Laura!

    Als leerkracht Nederlands in de tweede graad begrijp ik je helemaal! Zelf vind ik het vaak een hele opgave om te beginnen aan ‘die stapel boekbesprekingen’. Het typische leeservaringsverslag of de het verslag met vragen zoals: Wie is de protagonist? Bespreek de sfeerscheppende ruimte? enzovoort is leuk voor één keer, maar niet voor een tweede keer. Als jij (naast een blog laten maken) nog leuke opdrachten hebt die te maken hebben met het bespreken van een boek, dan mag je dat altijd laten weten! Daarnaast ben ik ook heel nieuwsgierig naar jouw leeslijst! 🙂

    Groetjes, Heleen.

    Like

  5. L Strx

    Ik volg je blog nog maar net en ben nu al fan! Heel blij dat je als leerkracht Nederlands nog steeds je passie voor lezen en schrijven doorgeeft aan je leerlingen (of dat toch probeert 😉) Heel herkenbaar, boekie, nerd, seut… 😉 Groetjes, een andere leerkracht Nederlands

    Geliked door 1 persoon

  6. L Strx

    Ik volg je blog nog maar net en ben nu al fan! 😊 Heel blij dat je als leerkracht Nederlands nog steeds je passie voor lezen en schrijven doorgeeft aan je leerlingen. (of dat toch probeert 😉) Heel herkenbaar Boekie, nerd, seut… 😉😉 Groetjes, een andere leerkracht Nederlands

    Like

  7. L Strx

    Ik volg je blog nog maar net en ben nu al fan! 😊 Blij dat je als leerkracht Nederlands nog steeds je passie voor lezen en schrijven doorgeeft aan je leerlingen (of dat toch probeert 😉) Heel herkenbaar, Boekie, nerd, seut 😉😉 Groetjes, een andere leerkracht Nederlands.

    Like

Plaats een reactie