Begrijpe wie begrijpen kan

Gisteren was het tien jaar geleden dat Hugo Claus stierf. Als leerkracht Nederlands was het dan ook mijn plicht hem te herdenken. Op een vrome manier, geen hysterische. Geen poespas. Ik las in elke klas Sonnet I voor. Dat gaat over dat de meeste dingen in het leven volmaakt zouden zijn op één moment en dan doven, zo willen het de wereld en ook wel Einstein. Dat gaat over de tijd die in ons nekvel bijt. Over het nu eren, de vergankelijkheid omarmen.

“Wie vindt dit mooi?”

Drie weifelende vingers gaan de lucht in. Ik knik stiekem goedkeurend.

“Wie snapt er de ballen van?”

Een twintigtal vingers vliegt omhoog.

“Vandaag moet je er niks van begrijpen. Vandaag moet je ’t enkel mooi vinden.”

Ach, er is zoveel dat ik zelf niet eens begrijp. Wat verwacht ik dan van een zestienjarige die onder dwang gedichten van Claus onder z’n neus gedrukt krijgt.

Ik begrijp niet helemaal hoe het nog zo koud kan zijn in maart, bijvoorbeeld. Ik begrijp ook niet goed dat ik onlangs wc-papier kocht met als opschrift ‘no drama lama’. Of dat ik, de minister van agitatie nota bene, zoiets als yoga volg. Of wat de wereld van mij verwacht, en ik van de wereld. De liefde, daar begrijp ik soms ook geen jota van. Politici die met hun populistisch gewauwel louter om electoraal winstbejag een rechts discours normaliseren, dat begrijp ik ook langs geen kanten. Kwantumfysica, nog zoiets.  Vleesmaffia, middenvakrijders (onder invloed van de crisismanager natuurlijk, vroeger konden middenvakrijders me gestolen worden), vrouwen die elke zin eindigen met ‘Snap je?’ en duidelijk zelf niets snappen. Genoeg om zowaar een kleine zenuwinzinking van te krijgen.

Ik begrijp nog minder dat een aantal van mijn leerlingen examencommissie doen en terwijl bij ons op school nog wel een aantal lessen volgen. Ik stel me vragen bij het niveau van de examencommissie, bij waar het fout liep. Ik stel me vragen bij het onderwijssysteem, bij onze attesten, bij ons advies dat zelden wordt opgevolgd. Bij hoe we onszelf soms wegcijferen in de drang naar de leerling te luisteren. Bij pedagogisch adviseurs die zeggen dat we te weinig remediëren en dat elke leerling de lat moet halen. Waar moet ik mijn lat nog leggen?

respect

Het minst van al begrijp ik mensen buiten het onderwijs die zich moeien in het debat of leraar al dan niet een zwaar beroep is. Een zekere nitwit met de initialen L. H. bijvoorbeeld, die in zijn commentaren blijft volhouden dat wij niet voltijds werken omdat we maar 20 uur draaien en dat een uur maar 50 minuten is. Die alle vakantiedagen heeft opgeteld en vermenigvuldigd met het aantal jaren dat we dienen te werken en op die manier kromredeneert dat wij niet op pensioen mogen op de pensioengerechtigde leeftijd. We hebben immers al een deel pensioen gekregen, dus moeten we nog een aantal jaren extra doen. Gelukkig is de kritiek soms lachwekkender dan bedoeld. Diezelfde L. H. beweert doodleuk dat er geen enkele gemotiveerde leerkracht bestaat en dat enkel vrouwen in het onderwijs stappen omdat het zo makkelijk combineerbaar is met de zorg voor de kinders. Of omdat we dan makkelijker een bijberoep kunnen uitoefenen. Hij eindigt zijn eloquente reactie aan zo’n goedzak die toch nog de vergeefse moeite deed om ons beroep te verdedigen met de gevleugelde woorden: “Uwe hele uitleg is praat voor de vaak en daar veeg ik mijn gat aan af!” Welnu, ik mag hopen dat hij veegt met goedkoop, ruw, 1-lagig wc-papier en nog nooit van de luxueuze ‘no drama lama’-variant heeft gehoord.

Alleen al lezen of horen hoe sommige mensen denken over het onderwijs maakt het beroep mentaal zwaarder dan het is. Geloof me.

th

“Heb je zo lang gestudeerd om dan maar gewoon leerkracht te worden?”
“Had je niet wat ambitieuzer kunnen zijn?”
“Je doet het voor de vakantie zeker?”

Ik pleit niet voor een loonsverhoging, noch voor de erkenning als zwaar beroep. Ik pleit voor een klein beetje erkenning, zo, zonder meer. Voor een herwaardering van de leraar. Voor een beetje meer inzicht. Voor een beetje meer begrip.

Zovelen hebben jou verteld
hoe mooi je was
maar niemand zei jou iets
over de schoonheid die van alle dingen
gescheiden is
en niet voorkomt op de planeet
en dat jij daarop leek.

Begrijpe wie begrijpen kan. Gelukkig is er naast alle bagger nog schoonheid, zoals in een bende opgeschoten tieners die iets onbestemds voelen bij een gedicht van pakweg Claus.

En soms is het ook voldoende om niet alles te willen begrijpen. Nog zo’n onbelangrijke les die ik mijn leerlingen probeer mee te geven in die luttele 50 minuten dat ik mijn tijd, samen met die van hen, zit te verdoen.

 

3 reacties

  1. Bert

    Al die stumperds die op de sociale media zitten in te hakken op ‘die luie leerkrachten’ weten zich zelden of nooit uit te drukken in correct geformuleerde zinnen. Wanneer ik hen dan verbeter (‘Mogelijk bedoelde u: …’) gaan ze pas helemaal door het lint. Mijn eigen, kleine pleziertje.

    Geliked door 2 people

Plaats een reactie