De boekenbende van Buelinckx

“Mevrouw, waarom heeft u dit niet eerder gedaan?” Een oprechte en terechte vraag van een pientere leerling uit het zesde, die zonet vrijwillig een middagpauze opofferde om deel uit te maken van de boekenbende van Buelinckx.

Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, vang ik dramatisch aan om het meisje van antwoord te dienen. En vooral: mijn middagpauze duurt maar 50 minuten, waarin ik vaak nog naar de slager moet hollen omdat ik mijn boterhammen vergeten ben, kopieën moet maken voor de lessen die volgen, bijles moet geven of een inhaaltoets moet afnemen. Waarin ik eigenlijk gewoon het liefst van al even met rust gelaten wil worden, wil babbelen met de collega’s in de lerarenkamer of op mijn gemak eens naar het toilet wil gaan.

Maar mijn passie voor boeken delen met leerlingen die crimineel graag lezen, overwon het dit jaar van de praktische bezwaren en beslommeringen. Het idee om een boekenclub te starten, had al jaren liggen rijpen in een stoffig keldertje in mijn achterhoofd. Dankzij de frisse wind die op mijn school waait door een nieuwe directie en een nieuwe schoolvisie die meer talent wil stimuleren, wilde ik dit jaar toch mijn plan uitvoeren. En zo geschiedde. Vandaar presenteer ik dus vol trots: de boekenbende van Buelinckx.

47309439_2062533677140566_4208364855343710208_n

©Axelle Rose Zwartjes

Hip als ik ben, maakte ik reclame op mijn Instagram-profiel. De online respons viel een beetje tegen, waardoor een zenuwinzinking om de hoek loerde, maar ik had al in enkele klassen gepolst naar deelnemers en dat zat wel snor. Oprecht enthousiasme zien bij een zestienjarige over zoiets sufs als een boekenclub, ik kick erop. Nu, onze boekenclub wordt allesbehalve suf. Lezen is voor de cool guys (al zitten er maar twee jongens tussen de dertien meisjes in de bende), voor de slimmeriken, de cynische pubers met humor, de adolescenten die hun blik op de wereld willen verruimen of net even willen ontsnappen aan die wereld. Wij van de bende dragen de naam ‘nerd’ als een geuzennaam.

De dag van de eerste bijeenkomst van de bende was ik best nerveus. Komt er wel volk opdagen? Zullen ze het leuk vinden? Zorgen voor niets. Vijftien bendeleden kwamen zonder schroom in mijn lokaal zitten en vijftig minuten vlogen voorbij door te babbelen over onze lievelingsboeken en elkaar op het hart te drukken dat het echt wel oké is om aan boeken te ruiken voor je ze openslaat. We stelden het begin van wat een leeslijst moet worden op en bouwen daar een volgende bijeenkomst aan verder.

Deze week kwam een stoere zesdejaars die zijn vrije tijd voornamelijk in de fitnesszaal doorbrengt zelfs vragen wanneer de boekenbende bijeenkwam. Mijn hart smolt. Ik slikte de krop in mijn keel weg en antwoordde heel casual, alsof hij me de normaalste vraag van de wereld stelde. Benieuwd of hij erbij zit volgende week. Onlangs zag ik hem toch al met Tolkien in de hand voorbijwandelen in de gang.

Het leesplezier van mijn leerlingen aanwakkeren, zie ik als een morele plicht in deze tijd van nutsdenken. Ik ontpop me nu dus nu niet meer alleen in de klas als een radicale leesprediker met de wereldbibliotheek als mijn heilig schrift, maar ben tijdens de middagpauze tevens leider van een eigen boekenbende. Als ik daar pakweg vijftien leerlingen van de zeshonderd mee kan bezweren, wel, dan ben ik een gelukkige leraar. En een gelukkig mens ook.

 

FotoshootKlasse1©Debby Termonia

7 reacties

Plaats een reactie