Voorzichtig

Dat wordt hier een triestige blogpost, vrees ik. De hysterie voorbij.

Nu, er waren zeker genoeg hysterische momenten afgelopen weken op het ministerie. Laat me daar maar mee beginnen. Ze kunnen zelfs nu nog een glimlach op mijn gezicht toveren.

De ochtendplas en de predictor. Het blauwe plusje. Het drie minuten wachten – want dat staat op de bijsluiter en dan wacht je als je half autistisch bent zoals ik exact drie minuten. Het ongeloof, de blijdschap, de verrassing. Wat, nu al? Wat, wij? Ja, wij! Na verloop van tijd de groeiende en pijnlijke borsten en evenredig groeiende zorgen over toekomstige vormvastheid en een cupmaat die niet meer in het alfabet past. Een huilbui omdat de crisismanager steak met frieten ging eten op een of ander festijn en ik me afvroeg wanneer ik eens ergens steak met frieten mocht gaan eten. Dat bleek de week erop te zijn, maar dat vergat ik uiteraard, zoals ik diezelfde week vergat dat ik om 9.20 uur moest beginnen en doodleuk om 10 over 10 op school aankwam. De eerste spannende broek. Het opgeblazen gevoel en het boeren als een bouwvakker. Effectief een nieuwe cupmaat, dus naast een nieuwe huilbui ook een plotselinge bui van koopwoede. Een extra huilbui bij het zien van elk kind op tv. Lachen als een gekkin omdat ik moet huilen om niets en een hysterisch om mij lachende crisismanager. Diezelfde crisismanager die me plaagt dat hij me alleen maar leuker vindt nu mijn hormonale rollercoaster beter blijkt mee te vallen dan mijn onleefbare PMS-symptomen.

Het samen voorzichtig durven dromen. Voorzichtig. Want dat ben je blijkbaar best voor de komende twaalf weken.

Twaalf fucking wéken? Weten jullie wel hoe lang dat is?

Twaalf weken waarin je smoesjes moet verzinnen over het feit dat je als notoir drankorgel opeens geen alcohol meer drinkt. Waarin je moet faken dat je geen americain noch sushi lust. Waarin je een heleboel afspraken afzegt omdat je werkelijk te moe bent om ook nog maar een poot uit te steken. Daar werd ik op z’n zachtst gezegd toch best nerveus van. Dus lapte ik dat voorzichtig zijn half aan m’n laars, door mijn beste vriendin, mijn zus, mijn ma, mijn schoonma en de rest van het gezin vrij tot zeer snel in te lichten. Dan toch ook dat ene bevriend koppel dat me een fles champagne in de handen duwt waar ik sociaal incapabel op reageer. Waarom die andere vriendinnen dan ook niet, want we eten gezellig samen en ik vraag opeens of de tomaten gewassen zijn, wat ik anders nooit zou vragen want ik was trouwens zelf mijn groenten nooit! Na een tijdje ook mijn vriendinnen op het werk, op dat ene steakfestijn dat ik de week ervoor dus vergat en waar ik nu dus niets kon drinken en opeens een steak bien cuit at in plaats van à point (wat dan weer geen kat opmerkte, maar waarvan ik dacht dat het ontzettend opvallend was). En ja, ik was ook van plan na de echo op 8 weken aan andere vrienden te vertellen over het groeiend wondertje in mijn buik. Ik kan zoiets geen drie maanden verzwijgen. Want als het misloopt, dan weet ik niet of ik wil zwijgen.

En het liep helaas mis.

Negen weken was ik zwanger. En toen we zo hard uitkeken naar de eerste echo, die andere twee niet meegerekend toen uitgerekend ik fout geteld had en ongerust was voor wat toen nog niets bleek te zijn, moesten we daar merken dat je op 6 weken gestopt was met groeien. Dus eigenlijk was je niet meer dan een klompje cellen in de vorm van een klein mensengarnaaltje. Ik heb je hartje nooit horen kloppen, want er is niet voldoende tijd geweest om je hartje te laten groeien, denk ik, want in principe kon het wel. Ik volgde je ontwikkeling namelijk op de voet, week per week. Via een app of twee en op allerhande zwangerschapspagina’s en fora. Ja, ik bezweek meteen voor alle clichés.

Maar dus, geen kloppend hartje, enkel een stilte die de gynaecoloog verbrak met woorden die niet veel meer uitleg nodig hadden. Toch was je er wel, daar in mijn buik. Ik voelde je, in mijn veranderend lichaam. Ik kan niet tellen hoeveel keer mijn hand, zelfs onbewust, mijn eigen buik gestreeld heeft afgelopen weken. Talloze keren rekende ik je geboortedatum uit. Keek ik uit naar begin juli, waarin ik je ging kunnen vasthouden en knuffelen. Ik kocht een boek over zwanger zijn en een armbandje voor mezelf en kleine sokjes voor jou om te vieren dat ik zwanger was. Van de crisismanager kreeg ik zelfs sneakers om de zomer hip en comfortabel door te kunnen hobbelen en een pot verstevigende crème tegen de striemen die ik volgens mijn hysterische zelve natuurlijk wel in extreme mate ging krijgen.

Was dat allemaal te onbezonnen? Had ik moeten zwijgen? Hadden wij onszelf de afgelopen weken moeten weerhouden van dromen en gelukkig zijn?

Neen.

Voorzichtig probeer ik nu dit alles een plek te geven. Mag ik hier eigenlijk wel verdriet om hebben? Blijkbaar loopt het zo vaak mis. De statistieken liegen er niet om. Ik probeer te relativeren. Ik denk aan andere mensen en situaties. Koppels die jarenlang (tevergeefs) proberen, vrouwen die meerdere miskramen na elkaar te verwerken hebben, zwangerschappen die veel te vroeg worden afgebroken, alle mooie sterrenkindjes aan de hemel. Dat betekent echter niet dat ik niet verdrietig mag zijn. Ik bén verdrietig. Ik plaats het enkel in perspectief. Zo weet ik dat ik niet alleen ben, ondanks de voorzichtige stiltes.

Ja, natuurlijk word ik wel weer de hysterische minister van voordien. Maar nu even niet. Te verslagen om hysterisch te zijn. De crisismanager staat me gelukkig dapper bij. Ook hij moet nu zijn voorzichtige dromen eventjes opbergen. Samen komen we hier weer uit, zo zegt hij ’s avonds geruststellend in mijn haar als ik naast hem in het kussen snik.

Oef, ik weet al iets waar ik een kleine zenuwinzinking van krijg. De nieuwe lakens die ik kocht bij La Redoute en die te klein blijken te zijn, maar die ik niet meer kan terugsturen wegens uit de verpakking en reeds gewassen. Welke afmetingen heeft ons klotedekbed nu eigenlijk? Al onze lakens zijn ofwel te groot ofwel te klein. Voorzichtig pik ik zo de draad van het banale leven dat wij leiden, en soms lijden, weer op. Geef mij alstublieft nu maar enkele zinloze zaken om me over op te winden.

Aan alle vrouwen die iets gelijkaardigs meemaken of meemaakten: ik wens jullie genoeg nietszeggende banaliteiten toe en veel kleine gelukjes, om de echte grote kopzorgen zo nu en dan te kunnen verdrijven. Shop anders eens bij La Redoute en kom lekker bedrogen uit. Dat helpt. Of verwen jezelf gewoon keihard. Ga uit eten, plan een bezoekje aan de sauna, koop jezelf lam, hang in de zetel en Netflix jezelf te pletter, of lees eindelijk dat ene boek uit met een kopje thee erbij, organiseer een meisjesavond, bestel wat eten, lak je nagels desnoods, weet ik veel, ga wandelen met je man of hond of allebei, doe gewoon niks, kom tot rust en geef jezelf alle tijd die je nodig hebt.

En weet dat achter elke statistiek een stem weerklinkt met een gelijkaardig verhaal en gevoel.

7 reacties

  1. Nonkel Erik

    Verdriet bestaat in vele gedaanten/s, waaronder eentje dat woede heet. Maar daar gaat het nu niet om. even, toch. Omdat ik zelf niet sterk genoeg ben om gewoon als steun in het echte leven aanwezig te zijn is er nog altijd deze virtuele brief. Lieve Laura, al evenzeer petekind, zonder het te weten, als mijn Saar, als het nodig is kan je altijd tegen mij zeuren, schreeuwen, wenen, lachen. We (want net zoals jij ben ik ook niet alleen) zijn er wel degelijk voor jou (en veel anderen zijn er wel degelijk ook). Een groot deel van ons leven is klote, maar een groter deel niet. Kus.

    Geliked door 1 persoon

  2. Marina buelinckx

    Zelfs ik met mijn grote bek heb nu geen woorden, ik pink een traan weg. Ik vind je een superdapper nichtje om dit met iedereen te delen. Nooit opgeven denk ik altijd. Dikke knuffel voor jullie allebei.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie op laurabuelinckx Reactie annuleren