Forza Wikke

Drie maanden geleden zag ik hem nog een laatste keer. Hem: dat is mijn neef Wim. Hij had Magnus op zijn toen al fel vermagerde maar liefdevolle schoot. Daar heb ik een hele mooie foto van. We babbelden wat, over alles en niks, en nu denk ik aan alles wat ik daartussenin nog had willen zeggen. Klara maakte nog een mopje over hoe zij niet meer kon klagen over haar bevallingen, want kanker is altijd erger. We lachten. Maar in mijn lach verschool zich een zekere onwennigheid, een verdriet ook al, en een onvermogen om daar ook maar iets over gezegd te krijgen.

Dus ja, die tussenruimte van alles en niks probeer ik nu dan maar te vullen. Met kleine anekdotes die ik koester. Met herinneringen van het kleinste nichtje van de familie aan haar tien jaar oudere, coole, lieve, lieve neef.

Wim, dankzij jou had ik jarenlang toch een lief, terwijl ik er lang genoeg geen had. Maar omdat ik altijd “niemand” moest antwoorden op de vraag of ik nu eindelijk eens iemand had, verzon jij voor het gemak de Niemand. Ah Laura, hoe is het met de Niemand? Hoe, is de Niemand er niet bij vandaag? Flauwe grappen en grollen, ik kan ze bijlange niet meer navertellen. Tenzij… die van Karolientje.

Dan zaten we in de veranda bij oma en opa Meus. Mijn stoere neven rolden en rookten er hun sigaretjes. Lange haren, gepiercete oren, stoere praat, peperkoeken hartjes. En maar moppen tappen, waarvan ik drie vierde niet begreep wegens te jong en naïef. Karolientje was een uitzondering. Die grapjes begreep ik wel. Dat ging dan bijvoorbeeld zo:

“Karolientje zonder haar krijgt een cadeautje.” (veelbetekenende en vragende stilte)

“Oh, een kam!”

Moppen wat meer op mijn niveau dus. En grappig dat ik dat vond. Als snotjong kwam ik zelf ook met eentje op de proppen, en dat is me nog lang blijven achtervolgen dankzij jou, want je haalde dat keer op keer boven als je me nog eens zag.

Oké oké, is goed, komt-ie nog een allerlaatste keer:

“Karolientje zonder huis krijgt een cadeautje.” (veelbetekenende en vragende stilte)

“Oh, een plafond!”

En zo bleven we in de sigarettenwalm (andere tijden, weet je wel) van de veranda mopjes verzinnen over Karolientje die iets niet heeft en dan een totaal nutteloos cadeautje krijgt. Zo eenvoudig kan het zijn. Althans, zo staat het me toch bij. Hoe oud was ik, een jaar of 8. Jij en je broers opgeschoten jongvolwassenen, aan het begin van Het Leven. En toch was je altijd lief voor mij. Ook al besefte ik pas later dat je niet zozeer om mijn mopje moest lachen.

Ooit zat ik huilend aan de formica keukentafel, daar in Kleine-Brogel, met het luide getik van die oranje klok op de achtergrond, weet je nog? Je kwam even bij me zitten en vroeg me wat er scheelde. Ik zei dat ik gepest werd door enkele kerels die beweerden dat ik een snorretje had. En toen vertelde je een verhaal over je goede, knappe vriendin.

Die vriendin had een baard.

Die vriendin heette Ludo.

Je beurde me in 1-2-3 op. Ik moet nog altijd keihard lachen als ik daar aan denk. En je goede-vriendin-Ludo-met-de-baard helpt eigenlijk nog steeds, dus dank daarvoor.

Ik denk aan het Meusfeest in september en kijk naar de foto die ik van je heb, want het is de allerlaatste keer dat ik je ooit gezien zal hebben. Ik kijk al uit naar het moment dat ik Magnus mijn verhalen over jou kan vertellen als we samen naar die ene foto kijken in zijn album.

(Kijk, Magnus, dat is je mama’s neef. Zoals jij neefjes hebt, heeft mama er ook. En bij mijn neef Wim zat jij op schoot als je net geen drie maandjes jong was en hij was er 44 met nog maar enkele maanden te gaan. En dan vertel ik alles wat hier boven staat geschreven.)

Ik kan zeggen: het leven is oneerlijk. Dat is het ook. Het leven is hysterisch makend oneerlijk. Maar ik kan leren van jou en in plaats daarvan zeggen: komt goed. Want in alle verhalen die nu verteld worden over jou, is er hoe dan ook één constante. Je warmte, je positiviteit en je levenswil.

Ook al is het allicht je reinste onzin, het troost mij toch een beetje te denken dat je nu ergens oma en opa plaagt en oma’s kandelaars en koffiemolen op een of andere schouw verplaatst en voor altijd over jouw Klara en je twee prachtige zoontjes waakt. ’t Zit ‘m eens te meer in de kleine dingen.

Komt goed, Wim. Komt goed.

Beloofd.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s