Brief aan Bonnie

Op het moment dat ik dit schrijf, ben je er nog niet, nog niet in deze wereld toch. Je zit nog eventjes lekker warm en veilig in mijn buik. Waar ik je 9 maanden gedragen, gevoeld, geborgen en gekoesterd heb.

Ik wil je beloven dat ik dat zal blijven doen.

Op het moment dat ik deze tekst publiceer, ben je er namelijk wel. Hou ik je in mijn handen, tegen mijn borst. Snuif ik je geur op, zodat ik die nooit meer zal vergeten. Kijk ik op van elk snikje en hikje. Smelt ik keer op keer opnieuw wanneer ik je bij je papa zie of wanneer je langzaam wakker wordt en de gekste bekjes trekt.

Liefste Bonnie, de wereld is een vreemde plek. Ik kan alleen maar hopen dat jij er je eigen plek in vindt. Dat mag zoekend, met vallen en opstaan. Met tegen lampen en muren lopen, met euforische en oeverloos gelukzalige momenten en met katers, met eindeloos gefilosofeer aan de cafétogen van het groots leven, met nuchtere inzichten aan de keukentafel van het banale bestaan.

Ik wil je daarin bijstaan, ik wil je daarin loslaten.

Want loslaten, dat zal ik gaandeweg moeten leren en jij zal me daarbij helpen. Ik wil namelijk dat je opgroeit en groeit. Een beetje (veel) knoeit ook. Bloeit en openbloeit. Tot een verstandige zelfstandige vrouw. Eentje die haar eigen boontjes dopt. Met een ruime blik op de wereld. Met een groot hart voor iedereen.

In tussentijd, je bent immers nog maar 4 weken en ik moet niet te veel op de feiten vooruitlopen, kan ik alleen maar doen wat ik denk dat ik moet doen. Niemand leert je immers om ouder te zijn. Niemand leert je hoe je een mensje opvoedt. Je doet maar wat je thuis hebt gezien, of net niet. Mijn ouders hebben natuurlijk zo hun défaults, zoals alle ouders waaronder nu ikzelf, maar ze toonden me hoe het is om op te groeien in een warm nest. Samen tafelen, samen de wereld proberen te doorgronden, samen zwijgen en samen toch je eigen ding doen. Door te babbelen, te discussiëren, te ruziën, door te lachen met alles en iedereen. Door veel te lezen, door naar muziek te luisteren, door ontroerd te raken van de schone dingen. Dat wil ik ook. Een warm nest bouwen.

Terwijl je papa nog steeds ons huis in Vilvoorde (verbouwen, ik raad het je niet aan) onder handen neemt en zo letterlijk aan ons nest bouwt, bouwen we hier samen verder aan een ander soort nest. Het nest waarin jij als het schattig klein vogeltje dat je bent kan leren vliegen. Waarin jij mag zingen zoals je gebekt bent. Waarin niemand je vleugels zal knippen. Waarin je gevoed wordt op alle mogelijke manieren. Waarin wij weten dat jij op een dag dat nest zal verlaten, vliegend en fladderend en zwalpend, om altijd weer naar ons terug te komen.

Maar nog lang niet. Nog lang niet. Nu hou ik je elke dag stevig vast en lijkt het alsof ik je nooit meer zal loslaten.

Liefste Bonnie, welkom. In onze armen, in ons nest. In ons leven. Je maakt het nu al zoveel schoner.

Veel liefs

Je mama, eens even niet hysterisch. (Dat was wel anders tijdens de bevalling, maar dat verhaal bespaar ik je voor een volgende keer.)

2 reacties

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s