Ik ben vrouw.
Ik ben alle meisjes die ik wil zijn, ik word nog elke dag alle vrouwen die ik ben. Ik ben uniek en universeel tegelijkertijd. Soms ben ik onzeker, en soms ook niet. Soms voel ik me heel klein, en soms ben ik groot, groter, groots.
Al jong kreeg ik te horen dat het wel wat minder mocht, dat ik te aanwezig was, dat het stiller kon, een klein haantje-de-voorste en een bazige chef-tut, dat was ik. En later kreeg ik soms te horen dat ik een aanstelster was, of een te grote mond had (toch zeker voor een vrouw). Voor sommige jongens was ik een lelijk meisje met te veel haar, voor anderen was ik helaas een ongepaste opmerking of ongevraagde aanraking. Voor de ene was ik een frigo, wanneer ik een gesprek afwimpelde omdat ik simpelweg geen zin had om te babbelen. Voor de andere was ik intimiderend of arrogant omdat ik niet openstond voor toenadering. Een ex-directrice raadde me ooit aan minder snel en minder luid te praten in de leraarskamer, want er kwamen klachten over mijn uitbundige, of zelfs brutale, persoonlijkheid haar bureau binnengewaaid. Afwijzing, ontkenning, belediging. Ik mocht niet zijn wie ik wilde zijn. En daardoor kon ik niet zijn wie ik was, schaamde ik me om de vrouw die ik ben.
En tegelijkertijd kreeg, en krijg, ik complimenten. Bevestiging, erkenning en aanvaarding. Over hoe rechtuit ik ben en dat ik niet op mijn mondje gevallen ben. Over hoe ik plaats inneem als ik ergens ben en dat dat net iets positiefs is. Liefjes zeiden me hoe mooi ik was, hoe verliefd ze op me waren, streelden me met al hun ogen en vingers en gedachten. De crisismanager, die houdt van me om wie ik ben. De kleine kabinetschef-tut maakt me intens gelukkig en moedigt me woordeloos aan een beter mens te zijn. Door haar ben ik meer vrouw dan ooit tevoren, door haar ben ik moeder en ontdekte ik een soort oerkracht in mezelf. Familie en vrienden vinden me interessant, grappig, aangenaam in de omgang, joviaal en spontaan. Sommige collega’s noemen me gepassioneerd en enthousiast. Sommige leerlingen leren graag iets bij van mij. Wildvreemden lezen mij met plezier. Als ik denk aan al deze vrouwen, die ik evenzeer ben, dan ben ik trots.
Trots. Soms voor lang, soms maar voor even. Ik ben vrouw. En nog vaker dan me lief is gespleten, iet of wat gewrongen tussen zelfliefde en zelfhaat en alles daartussenin.
Ik ben vrouw. Ik ben mama, vriendin, collega, lerares, schrijfster (waarom twijfel ik erover om mezelf zo te noemen, waarom durf ik dat eigenlijk niet?). Ik ben de fucking minister van Hysterie en op papier durf ik al zijn wie, wat en hoe ik ben, met mijn eigen stem. Nu in het echt nog wat meer, nog wat consequenter en standvastiger.
Ik ben vrouw. En ik ben trots op alle vrouwen in mij, naast mij, en rond mij.

❤ ❤ ❤ !
LikeGeliked door 1 persoon